Nieuws Over Informatie Gesproken

De Wet open overheid is jarig maar er is weinig reden voor feest​

17
April
2025

Op 1 mei 2025 is de Woo jarig. Zij is dan 3 jaar oud, want op 1 mei 2022 in werking getreden. Vooralsnog is er weinig reden om de slingers op te hangen; Woo-verzoeken worden uiterst traag afgehandeld en overheden klagen over vermeend misbruik. Het patroon is ongewijzigd; de regeringspartijen vinden openheid maar lastig, oppositiepartijen en burgers zijn juist gebaat bij transparantie.

Onlangs vonden in de Tweede Kamer achtereenvolgens een Ronde Tafel Gesprek met 12 experts, een technische briefing met ambtenaren van het ministerie van BZK en een debat met de Vaste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken en de minister van BZK Uitermark plaats. Tijd voor een korte tussenbalans. Wat blijft er door de oogharen kijkend op de zeef hangen?

Op dit dossier lijkt er in toenemende mate sprake te zijn van polarisatie. Maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen als Open State Foundation, SPOON, VVOJ en de Universiteit Leiden wijzen op de lange doorlooptijden en de moeizame afhandeling van Woo-verzoeken. Daartegenover klagen ministeries en gemeenten over omvangrijke verzoeken en over misbruik door ‘veelvragers’. Opmerkelijk is dat er vanuit de betrokken overheden grote woorden worden gebruikt - ‘soms moeten duizenden documenten worden geleverd, of miljoenen pagina’s worden doorzocht’ - zonder dat er een overzicht bestaat van de problematiek. Ook de definitie van misbruik verschilt nogal. Sommige overheden vinden het al misbruik van de Woo indien een burger of bedrijf naar de achterliggende documenten vraagt als een vergunning wordt geweigerd.

Het lijkt verstandig om met dit onderzoek naar misbruik nu echt vaart te maken. Indien er inderdaad mensen in Nederland rondlopen die ieder jaar bij verschillende overheden tientallen Woo-verzoeken doen, zonder dat ze deze gebruiken voor journalistiek of wetenschappelijk onderzoek, dan is het passend om na te denken of de maatschappelijke baten in deze specifieke situatie nog opwegen tegen de maatschappelijke kosten. Dan wel graag op basis van harde cijfers en niet van hearsay.  

Het is tijd om nu vaart te maken met het onderzoek naar misbruik  

Vooralsnog lijken de critici van de huidige aanpak het gelijk aan hun kant te hebben. Uit onderzoek van Open State, UvA en IMI bleek de gemiddelde doorlooptijd van Woo-verzoeken bij het Rijk 188 dagen te zijn. Dat is weliswaar inclusief de tijd voor het vragen van zienswijzen en overeengekomen uitstel, maar wel ruim 4 keer langer dan de maximale wettelijke termijn. Daar is nog wel wat werk te doen. In de Invoeringstoets van SEO staan behartenswaardige aanbevelingen om het proces slimmer en sneller af te handelen.

In de technische briefing ging het daar helaas niet over. Er werd vooral de nadruk gelegd op de werklast van de omvangrijke verzoeken. Waarschijnlijk onder druk van andere overheden, maar het ministerie van BZK had als moederdepartement van het dossier Open Overheid er ook voor kunnen kiezen om de verschillende aanbevelingen uit de Invoeringstoets langs te lopen en een eerlijk beeld te geven van de stand van zaken. Het ging niet over het feit dat de helft van de Woo-verzoeken met maximaal 30 geleverde pagina’s buitengewoon overzichtelijk zijn. En dat de sleutel voor een groot deel ligt in het inkorten van de periodes dat een dossier ligt te wachten op een volgende stap in de afhandeling. Gemeenten als Amstelveen (30 dagen), Barneveld (39 dagen) of Amsterdam (van 137 dagen naar 64 dagen) lukt het wél om veel sneller Woo-verzoeken af te handelen.

De sleutel ligt bij het voorkomen van ‘gaten’ in de afhandeling

Het Commissiedebat met de minister van BZK werd vervolgens min of meer gekaapt door BBB. De helft van het debat ging over de vraag of informatie over vee-aantallen en stikstofuitstoot openbaar moet worden gemaakt. Dat is al jaren het geval en is ook verplicht op basis van Europese verdragen en Nederlandse jurisprudentie. Maar BBB schermde met een onderzoek waarin aan 35.000 leden werden gevraagd of ze wel eens bedreigd werden. Ongeveer 150 mensen reageerden op dit onderzoek en 60 gaven aan dat ze wel eens met een vorm van intimidatie en bedreiging te maken hebben gehad. Nu is elke bedreiging er inderdaad een te veel, zoals ook tijdens het debat door de verschillende fracties ongeveer 27 keer herhaald werd, maar om nu op basis van dit onderzoek te constateren dat een derde van de boeren in Nederland met bedreigingen te maken hebben, dat gaat in de richting van desinformatie (waar de minister van BZK overigens ook over gaat). Waarschijnlijk is dit een nummertje geweest met het oog op de peilingen en een reden waarom de fractievoorzitter speciaal voor dit commissiedebat als niet-lid toch naar voren werd geschoven.  

Het debat werd gekaapt door BBB

Verder viel het op dat linkse fracties als D66, SP, PvdD, VOLT, DENK op dat moment prioriteit gaven aan een ander debat. De fracties ter rechterzijde (PVV, VVD, BBB en SGP) waren blijkbaar vergeten dat ze drie jaar geleden nog unaniem voor de Wet open overheid hadden gestemd. Deze partijen hielden nu vooral een pleidooi voor inperking van de Woo. Daardoor waren GroenLinks/PvdA en in mindere mate NSC nog de enige aanwezige partijen die bleven hameren op het belang van openbaarheid en een snellere afhandeling.  

Helaas ging het debat daarmee nauwelijks over het thema actieve openbaarheid. Volgens de initiatiefnemers van de Woo was dit juist het belangrijkste doel van de Woo. Overheidsinformatie behoort openbaar te zijn, tenzij er een uitzonderingsgrond van toepassing is. In het IMI-rapport over informatiebehoeften staat dan ook de voor de hand liggende aanbeveling: ‘Zorg dat ieder ministerie en iedere gemeente jaarlijks minimaal één topdossier waar veel maatschappelijke belangstelling voor is, actief openbaar maakt.’ Op nationaal niveau kan dan gedacht worden aan thema’s als asielmigratie, de wolf in Nederland, klimaat, of de afhandeling van de Toeslagenaffaire. Dit levert een bijdrage aan de betekenisvolle openbaarheid. Deze dossiers moeten dan elk kwartaal geactualiseerd worden. Op deze wijze kunnen er op nationaal niveau, met 15 departementen, na vier jaar 60 grote dossiers actief openbaar gemaakt zijn.  

Regeringspartijen vinden transparantie meestal maar lastig

Minister Judith Uitermark benadrukte gedurende het debat het belang van openbaarheid. Over de kwestie van de openbaarmaking van agrarische bedrijfsgegevens ging ze advies aan ACOI vragen. Verder gaf ze aan dat er in de loop van dit jaar een kostenonderzoek en een evaluatie in gang zal worden gezet. Haar optreden was van een prettige rust en nuchterheid in een debat dat zich kenmerkte door een merkwaardige ophef over kwesties die ofwel niet aan de Woo kunnen worden toegeschreven (bedreigingen aan boeren), ofwel over kwesties waar geen cijfers over zijn (misbruik).  

Openbaarheid van bestuur is geen rustig bezit. De geschiedenis kent wel enkele constanten. Partijen die in de regering zitten vinden transparantie doorgaans maar lastig. Zij hebben vaak een sterkere informatiepositie dan de oppositie, omdat ze via de ‘binnenband’ aan relevante informatie kunnen komen. En dat zou nu juist de reden moeten zijn dat de Kamer als geheel over haar eigen schaduw heen springt en zich blijft inzetten voor openbaarheid, checks and balances en de mogelijkheid om de macht te controleren. De partijen die nu de regering vormen, kunnen over drie maanden of drie jaar weer in de oppositie zitten. Het is pas tijd voor taart als de Woo haar beloften op het gebied van ‘openbaar tenzij’ inlost; tot die tijd is er nog veel te doen.

Guido Enthoven en Martijn Bennis, maatschappelijke coalitie Over Informatie Gesproken  

Lees ook onze andere nieuws-items: